a Hoi. >Ik ben Anne-Mie. Ik werk op het departement >Nederlands van University College London. >Wij hebben >hier een Nederlandse student. >Zijn naam is Walter. >Oh, daar heb je hem net. Hey,Walter. >Kom even binnen. >Mag ik jou interviewen?
w >Ja, natuurlijk, geen probleem.
a Walter, >waar kom jij precies vandaan in Nederland?
w Ik kom uit Zwolle.
a Uit Zwolle? Waar is dat?
w >Zwolle is in >het noorden van Nederland, >ongeveer 2 uur rijden van >Amsterdam.
a En waar studeer jij in Nederland?
w In >Utrecht.
a Utrecht. >Wat doe je daar?
w Ik studeer >linguïstiek.
a O, dat is interessant en wat doe je dan hier in Londen?
w Ik >loop stage op het departement Nederlands en ik studeer hier ook linguïstiek.
a Aha. >Hoelang ben je hier al?
a En >wat vind je van Londen?
w Ja, het is fantastisch! Het is een >hele grote stad en >er is heel veel te doen.
a >En wat doe je in het weekend?
w Ik >speel gitaar en ik >ga uit met mijn vrienden.
a En jouw hobby’s, wat zijn jouw hobby’s?
a Reizen? Wat is jouw favoriete >land?
w Australië.
a Australië! >Leuk! Ja, >bedankt Walter voor het interview.
a >Tot ziens.
w >Dag!
a >En nog veel plezier in Londen.
w Ja >dank je wel.
a Dag!
w >Doeg!